Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Zo zweer mij nu hier bij God: Zo gij mij, of mijn zoon, of mijn neef [36]liegen zult! naar de weldadigheid, die ik bij u gedaan heb, zult gij doen bij mij, en bij het land, waarin gij als vreemdeling verkeert. 35. Versta hierdoor: dat u wee of straf wedervaren moet, of God doe u dit of dat. Zie bov. hfdst.14 vs.23. 36. Of bedriegelijk sprken, of handelen zult met mij.